Wat staat er op mijn lemmet?
Op Japanse messen staat vaak Japanse karakters, deze kunnen geschreven zijn in 1 van de drie Japanse schijftalen (Kanji, Katanaka of Hiragana)
Kanji is de meest complexe en dit zijn in principe chinese karakters in de afgelopen duizenden jaren zijn overgenomen door de Japanners. Voorbeelden zijn: 漢字 (kanji), 日本 (Japan), 東京 (Tokyo), 堺市 (Sakai), 重房 (Shigefusa). Dit zijn buitengewoon complexe karakters en kunnen meer dan één betekenis hebben.
Hiragana karakters zijn wat minder complex en zijn wat vloeiender dan Kanji. Voorbeelden: ひらがな (hiragana), おさか (Osaka), はもの (Hamono). Dit zijn karakters die fonetisch gebruikt worden waardoor ze ook makkelijker te leren zijn. Bijvoorbeeld ひ (hi) ら (ra) が (ga) な (na).
Een andere schrijftaal is Katanaka. Dit is het meest simpele schrift en heeft rechtere lijnen dan Hiragana. Dit is ook een fonetisch gebruikte taal en wordt voornamelijk gebruikt om "nieuwe" woorden uit het Engels om te zetten naar Japanse taal. Voorbeelden zijn: ナイフ (knife of 'na-i-fu'), キッチェン (kitchen of 'kii-chi-n').
Hieronder staat een overzicht met Katanaka karakters en daaronder de Hiragana en westerse (Romanji) karakters.
Op Japanse keukenmessen staan vaak verwijzingen naar de maker, de locatie van de smederij en de gebruikte staalsoorten.
作 = "gemaakt" en kan iets zeggen over de producent/smid.
- Als een smid bijvoorbeeld Satou heet (佐藤) dan kan er op een lemmet de volgende karakters staan: 佐藤作 ("Satou gemaakt") oftewel gemaakt door meneer Satou.
登録 = staat voor "geregistreerd" of "authentiek" en wordt gebruikt voor bepaalde mesvormen of producenten die een geregistreerd of beschermd product maken.
- 登録重房 - betekent "Authentieke Shigefusa".
Uiteraard wordt de staalsoort ook vaak vermeld op het lemmet:
白 is het Kanji karakter voor Wit en 青 is blauw. 一 is 1 en 二 is 2, dus als je 白 en 二 op je lemmet ziet staan dan kun je vrijwel zeker zijn dat het gaat om Shirogami #2 staal.
Hier staat: 青一 (Aogami Blue paper steel #1) (Foto afkomstig van de Murata Buho messen)
En hier staat:白 二 (Shirogami White paper steel #2) (Foto afkomstig van de Konosuke Kiritsuke-gyuto serie)
Vrijwel wekelijks vragen mensen wat de Kanji-tekens op hun messen nu betekenen. Het lezen van namen op messen is eigenlijk verrassend eenvoudig, omdat het in 90% van alle gevallen een combinatie is van twee tekens uit de lijst hieronder. Dit geldt met name voor de traditionele merken en lokale messenwinkels, niet zozeer voor nieuwere merken zoals Masakage, Takayuki enzovoort.
- 正 masa
- 重 shige
- 房 fusa
- 忠 tada
- 宗 mune
- 義 yoshi
- 金 kane
- 久 hisa
- 光 mitsu
- 秀 hide
- 菊 kiku
- 兼 kane
- 源 minamoto
- 本 moto
- 一 ichi
- 文字 monji
- 定 sada
- 昭 aki
- 次 tsugu
- 弘 hiro
Wat je ook veel kan vinden op messen is een variatie op de "gemaakt door" kanji karakters, bijvoorbeeld:
- 特製 tokusei (speciaal gemaakt door/voor)
- 別誂 betsu atsurai (speciaal besteld voor)
- 上作 gemaakt op een speciale wijze
- 別作 bessaku (speciaal gemaakt)
- 作 saku (gemaakt door)
En dan de staalsoorten
- 白 Shirogami (White paper steel)
- 青 Aogami (Blue paper steel)
- 銀 silver paper steel
- 鋼 gane of koh (staal)
- 一 of 壱 een
- 二 of 仁 twee
- 三 drie
- 安木 yasuki
- スーパー of 超 super (zoals Aogami Super staal)
Andere veel voorkomende karakters op messen of op verpakkingen zijn:
- ago - アゴ - achterzijde van het lemmet (waar de wijsviger rust)
- awase - smeed techniek (san-mai awase, warikomi awase of ni-mai awase)
- deba - 出刃 - Traditioneel enkelzijdig geslepen kliefmes
- gyuto - 牛刀: mesvorm: letterlijk: Koe mes, een gyuto is een vlees mes en is een tegenhanger van het Franse Chefsmes
- ha - 刃 - lemmet
- hagane - 鋼 - kernstaal
- hakkaku - 八角 - octagoaal (achthoeking handvat)
- hazakai - 刃境 - dunne scheiding tussen staal en ijzer (bij sanmai gesmede messen)
- hira - 平 - spiegel van het lemmet
- hamon - 刃紋 - geharde snijkant (meestal in Japanse zwaarden)
- hamaguriba - 蛤刃 - convex geslepen snijkant.
- hawatari - 刃渡り - lemmetlengte (gemeten vanaf machi of indien afwezig vanaf de ago)
- hôchô - 包丁 - koksmes
- honba-zuke - 本刃付け - handtekening van de meester
- hongasumi - 本霞 - "echte" kasumi - teken van hoge kwaliteit
- hontanren - 本鍛練 - gesmeed en handgeslagen
- honyaki - 本焼き - lemmet met specifieke harding.
- jigane - 地金 - de buitenlaag van een lemmet bij sanmai of damast messen.
- kasumi - 霞 - Lemmet met meerdere lagen (gelamineerd) dit kan zowel op sanmai als op damast slaan.
- kataba - 片刃 - enkelzijdig geslepen
- kateiyô - 家庭用 - voor huis en keuken gebruik
- kenyô - 兼用 - geschikt voor amateur en professioneel gebruik.
- kireaji - 切れ味 - scherpte
- kirenaga - 切れ長 - scherpteduur (tijd dat een mes scherp blijft)
- kissaki - 切っ先 - punt van het lemmet
- kuchigane - 口金 - metalen bolster of krop
- kurigata - 栗型 - kanstanjevormig handvat (ookwel D-vorming genoemd)
- kurouchi - 黒打ち - met smeedhuid (zwart of satijn afwerking)
- machi - マチ - bocht van lemmet naar bolster
- maru - 丸 - rond handvat
- mekugi (auch) - 目釘 - pin door het handvat
- menuki - 目貫き - zelfde als mekugi maar dan met een versiering
- mune - むね - rug of bovenzijde van het lemmet
- nakago - なかご - angel (deel van het lemmet dat in het handvat zit)
- nakiri - 菜切 - mesvorm, dubbelzijdig geslepen groentemes (een enkelzijdig geslepen groentemes is een Usuba)
- puroyô - プロ用 - Voor professionals
- rokkaku-hanmaru - 六角半丸 - Vorm van het handvat
- ryôba - 両刃 - dubbelzijdig geslepen
- san-mai - 三枚 - lemmet met 3 lagen (1 kernlaag en 2 buitenlagen)
- santoku - 三徳 - mesvorm: Letterlijk "drie deugden", een santoku mes is geschikt voor vlees, vis en groente.
- saya - 鞘 - beschermhoes (hout)
- shinogisuji - しのぎ筋 - graat
- suminagashi - 墨流し - damast
- tako-hiki - 蛸引 - enkelzijdig geslepen vismes met rechte punt
- togishi - 砥ぎ師 - slijpmeester
- toishi - 砥石 - slijpsteen
- toishi-ya - 砥石屋 - slijpsteenhandelaar
- tokujô - 特上 - zeer hoge kwaliteit
- Tosa - 土佐 - locatie op het eiland Shikoku - 四国 - Tegenwoordig is dit de Kôchi-prefectuur - 高知県
- tsuba - ツバ - krop bij een yôbôchô
- tsuchime -槌目 - hamerslag
- tsuka - 柄 - handvat
- tsukajiri - 柄尻 - achterzijde van het handvat
- tsukamoto - 柄元 - ruimte tussen het lemmet en het handvat
- tsuke-hagane - 付け鋼 - smeedwijze voor gelamineerd staal
- uraoshi - 裏押し - het slijpen van de "platte" kant bij traditionele Japanse messen
- urasuki - 裏すき - achterzijde van het blad bij enkelzijdig geslepen lemmetten (de "platte" kant)
- usuba -薄刃- mesvorm: enkelzijdig geslepen groentemes
- wabôcho - 和包丁 - Traditionele Japanse messen
- warikomi - 割り込み - gelamineerd lemmet waarbij de rug ook is voorzien van ijzer of RVS (tegenhanger is San-Mai waarbij alleen de buitenzijdes zijn voorzien van ijzer of RVS
- yanagiba - 柳刃 - Traditioneel enkelzijdig geslepen vismes
- yôbôchô - 洋包丁 - Moderne westerse stijl messen
Vaak staan er ook getallen op een lemmet, hieronder een lijst met getallen:
0 | 零 (rei) | 〇 (zero) | 〇 (nuru) |
1 | 一 (ichi) | 一つ (hitotsu) | 一つ目 (hitotsume) 一番目 (ichibanme) |
2 | 二 (ni) | 二つ (futatsu) | 二つ目 (futatsume) 二番目 (nibanme) |
3 | 三 (san) | 三つ (mittsu) | 三番目 (sanbanme) 三つ目 (mittsume) |
4 | 四 (shi/yon) | 四つ (yottsu) | 四番目 (yonbanme) 四つ目 (yottsume) |
5 | 五 (go) | 五つ (itsutsu) | 五番目 (gobanme) 五つ目 (itsutsume) |
6 | 六 (roku) | 六つ (muttsu) | 六番目 (rokubanme) 六つ目 (muttsume) |
7 | 七 (shichi/nana) | 七つ (nanatsu) | 七番目 (nanabanme) 七つ目 (nanatsume) |
8 | 八 (hachi) | 八つ (yattsu) | 八番目 (hachibanme) 八つ目 (yattsume) |
9 | 九 (kyū/ku) | 九つ (kokonotsu) | 九番目 (kyūbanme) 九つ目 (kokonotsume) |
10 | 十 (jū) | 十 (tō) | 十番目 (jūbanme) |
11 | 十一 (jū ichi) | 十余り一つ (tō amari hitotsu) | 十一番目 (jū ichi banme) |
12 | 十二 (jū ni) | 十余り二つ (tō amari futatsu) | 十二番目 (jū ni banme) |
13 | 十三 (jū san) | 十余り三つ (tō amari mittsu) | 十三番目 (jū san banme) |
14 | 十四 (jū yon) | 十余り四つ (tō amari yottsu) | 十四番目 (jū yon banme) |
15 | 十五 (jū go) | 十余り五つ (tō amari itsutsu) | 十五番目 (jū go banme) |
16 | 十六 (jū roku) | 十余り六つ (tō amari muttsu) | 十六番目 (jū roku banme) |
17 | 十七 (jū nana) | 十余り七つ (tō amari nanatsu) | 十七番目 (jū nana banme) |
18 | 十八 (jū hachi) | 十余り八つ (tō amari yattsu) | 十八番目 (jū hachi banme) |
19 | 十九 (jū kyū) | 十余り九つ (tō amari kokonotsu) | 十九番目 (jū kyū banme) |
20 | 二十 (ni-jū) | 廿 (hatachi) | 二十番目 (ni-jū banme) |
30 | 三十 (san-jū) | 卅 (misoji) | 三十番目 (san-jū banme) |
40 | 四十 (yon-jū) | 四十 (yosoji) | 四十番目 (yon-jū banme) |
50 | 五十 (go-jū) | 五十 (isoji) | 五十番目 (go-jū banme) |
60 | 六十 (roku-jū) | 六十 (musoji) | 六十番目 (roku-jū banme) |
70 | 七十 (nana-jū) | 七十 (nanasoji) | 七十番目 (nana-jū banme) |
80 | 八十 (hachi-jū) | 八十 (yasoji) | 八十番目 (hachi-jū banme) |
90 | 九十 (kyū-jū) | 九十 (kokonosoji) | 九十番目 (kyū-jū banme) |
100 | 百 (hyaku) | 百 (momo) | 百番目 (hyaku banme) |
200 | 二百 (ni-hyaku) | 二百 (futao) | 二百番目 (ni-hyaku banme) |
300 | 三百 (san-byaku) | 三百 (mio) | 三百番目 (san-byaku banme) |
400 | 四百 (shi-hyaku) | 四百 (yō) | 四百番目 (shi-hyaku banme) |
500 | 五百 (go-hyaku) | 五百 (io) | 五百番目 (go-hyaku banme) |
600 | 六百 (roppyaku) | 六百 (muo) | 六百番目 (roppyaku banme) |
700 | 七百 (nana-hyaku) | 七百 (nanao) | 七百番目 (shichi-hyaku banme) |
800 | 八百 (happyaku) | 八百 (yao) | 八百番目 (happyaku banme) |
900 | 九百 (kyū-hyaku) | 九百 (kokonō) | 九百番目 (ku-hyaku banme) |
1,000 | 千 (sen) | 千 (chi) | 千番目 (sen banme) |